Gastblog van Nike Stam:
Nike is een voormalige leerling van Synthia Stoffer, Krav Maga instructeur, taalcoach, university lecturer en werkt momentaal op de Universiteit aan het Dublin Institute for Advanced studies.
————————————————
Lessen uit de dojo 1: Het Vrouwenquotum
Judo, Jiu Jitsu, Krav Maga - al sinds mijn elfde beoefen ik verschillende vechtsporten in verschillende sportscholen met verschillende docenten. De gemene deler: als meisje of vrouw was ik zeker niet in de meerderheid en werd ik door de aanwezige jongens of mannen vaak niet bijzonder serieus genomen. Om dit te voorkomen, zorgde ik ervoor dat ik de eerste paar lessen altijd alleen met de mannen trainde. Om te laten zien dat het mij menens was. Dat ik ook kon slaan en ook geslagen kon worden. Zoek je de eerste les een andere vrouw om mee te trainen, dan zet je jezelf gelijk buitenspel als serieuze sparringspartner.
Afgezien van het feit dat het soms wel chill is om structureel onderschat te worden (de verbaasde gezichten na een rake klap zijn zeker de moeite waard), heb ik gemerkt dat dit nou niet per se een stimulerende omgeving biedt voor meisjes en vrouwen. In het slechtste geval kom je in een sportschool terecht waar de (vaak mannelijke) docent mee doet met de algemene cultuur van uitdaging en dick-measuring. Een docent die technieken uitsluitend demonstreert met de aanwezige mannen. Een docent die geen actie onderneemt als uit subtiele bewegingen duidelijk wordt dat de mannen eigenlijk liever niet met de vrouwen trainen.
Waarom is dit het slechtste geval, hoor ik je vragen? Dit klinkt allemaal nogal onschuldig: er wordt tenslotte niemand echt gekwetst of buitengesloten. Dat klopt, maar deze onschuldige en soms onbewuste handelingen (of juist het gebrek aan handelen) sturen een duidelijk signaal de dojo in en daarmee ook het universum: deze vrouwen hoef je niet serieus te nemen in hun ambities. Klinkt bekend? Mij in ieder geval wel. Dit gebeurt buiten de dojo namelijk ook met enige regelmaat, bijvoorbeeld als er in de wetenschap (mijn vakgebied) panels en congressen worden georganiseerd zonder vrouwelijke deelnemers (zogenaamde manels), als er in talkshows alleen maar witte mannen aanschuiven, of als er alleen maar mannen tot de directie van een bedrijf worden toegelaten. Het signaal aan de vrouwen zelf: leuk dat je er bent, maar verwacht geen lintje.
Ik werd me hier pas van bewust toen ik in 2009 voor het eerst vechtsportlessen kreeg van een vrouw in de door haar gerunde sportschool. Weg was het haantjesgedrag; technieken werden gedemonstreerd met zowel mannelijke als vrouwelijke deelnemers en als de mannen eenkennig andere mannen uitzochten voor hun rondjes sparren werd daar gelijk een stokje voor gestoken. Het gevolg: voor het eerst voelde ik mij serieus genomen in mijn ambitie om te leren vechten. Voor het eerst hoefde ik mannen er niet aan hun haren bij te slepen om met mij te sparren. Ookal waren vrouwen nog steeds in de minderheid, ze werden niet als minder gezien.
De combinatie van bewuste handelingen en het goede voorbeeld van een vrouwelijke docent op het hoogste niveau had geleid tot een cultuuromslag: vrouwen en hun ambities waren nu zichtbaar en werden serieus genomen. Misschien kunnen we op de werkvloer ook een dergelijke cultuuromslag bereiken, als we ook daar iemand (M/V) vinden die de mannen dwingt om op z’n minst met 30% van de vrouwen te sparren. Waarschijnlijk gaat die laatste 20% dan vanzelf; goed voorbeeld doet immers goed volgen.
Lessen uit de dojo 2: Waarom het patriarchaat ook mannen schaadt
Laatst zei mijn buurman: ‘Ja, maar meisjes kunnen natuurlijk geen banden plakken’. Mijn man zocht alvast dekking achter de bank, want die wist wat er ging komen. Als ik ergens slecht tegen kan, is het stereotyperingen gebaseerd op geslacht. Wat een onzin! Alsof een baarmoeder in de weg zit bij bandplakken! Uit zoveel onderzoeken is inmiddels gebleken dat de verschillen tussen individuen zoveel groter zijn dan de verschillen tussen mensen van verschillende geslachten. Daarom lijkt het me tijd om voor eens en voor altijd met ze af te rekenen.[1]
Deze stereotyperingen zijn namelijk schadelijk voor alle betrokkenen, zowel jongens als meisjes. Meisjes krijgen door dit soort campagnes het idee dat judo, rennen door de bosjes en kikkers vangen niks voor hen is. Dat ze niet in die hokjes passen, want die zijn voor jongens. Maar nog schadelijker is het volgens mij voor jongens die helemaal geen zin hebben in judo, door bosjes rennen en kikkers vangen. Deze jongens wordt zo het gevoel gegeven dat ze dus geen echte jongens zijn (wat dat dan ook mag betekenen) en worden zo ontdaan van een deel van hun identiteit.
Binnen de vechtsporten is deze stereotypering uiteraard ook aanwezig, maar voor mij als vrouw pakt dat gek genoeg een stuk beter uit dan voor de mannen. Als ik namelijk een dojo binnenstap, wordt er van mij al verwacht dat ik er niks van ga bakken. Als dit beeld bevestigd wordt, is er niets aan de hand, want ja, wat wil je, het is een meisje. Als dit beeld ontkracht wordt, bijvoorbeeld omdat ik het wel kan, heeft dit vaak alleen maar tot gevolg dat ik extra lof en respect in ontvangst mag nemen, want ja, ik ben meer one of the guys. Zo is het voor mij eigenlijk altijd een win-winsituatie als ik een vechtsportles binnenloop: ofwel de wereld draait door zoals het bedoeld is omdat ik niet kan vechten, ofwel ik word een stapje hoger ingeschaald op de hiërarchische ladder omdat ik een mannending kan.
Voor mannen werkt dit geheel en al niet zo: die komen binnen in een dojo en voordat ze een voet op de tatami gezet hebben wordt er van hen verwacht dat ze kunnen vechten, want het zijn immers mannen. Die zijn zo. Als dit niet het geval is, als blijkt dat je als man niet gelijk goed kan vechten of hard kan slaan, dan zak je veel dieper dan ik als vrouw ooit kan zakken. Omdat de verwachtingen er al waren. Oneerlijke verwachtingen, laat dat duidelijk zijn. Daardoor is het voor mannen veel moeilijker om tijdens het sparren te vragen of het misschien iets minder hard kan, zeker als ze met een vrouw sparren, terwijl deze vraag te pas en te onpas aan de vrouwen wordt gesteld (‘gaat het niet te hard voor je?’).
Als we eerlijk zijn, en naar onze omgeving kijken, dan kennen we denk ik allemaal wel een enorme diversiteit aan vrouwen (stil, luid, agressief, verzorgend) en mannen (stil, luid, agressief, verzorgend). Een diversiteit die niet verbonden is aan geslacht en dat is maar goed ook. Terwijl mensen mij vertellen dat ik strijken toch wel zo heerlijk moet vinden (want vrouw), gooi ik vriendelijk lachend weer een stapel ongestreken broeken, overhemden en zakdoekjes de kast in. Daar beginnen mensen nu aan te wennen, dat het feit dat ik een baarmoeder heb niet automatisch betekent dat ik op zondag graag kledingstukken die nooit iemand ziet kreukloos maak. Laten we er ook aan wennen dat het feit dat mannen geboren zijn zonder baarmoeder niet automatisch betekent dat ze kunnen of willen vechten. Ik kan het namelijk erg slecht hebben dat zij misschien nog wel grotere slachtoffers zijn van het patriarchaat dan wij vrouwen.
[1] Een goede instap vind je in het programma Me Jane You Tarzan van de NPO: https://www.npostart.nl/me-jane-you-tarzan/KN_1701077